Missie voor het darwinisme
Sommige mensen hebben een missie in hun leven, een doel, met een boodschap aan de wereld. Ze willen per se de mensheid overtuigen van een zeer nobel, wijs, verstandig standpunt. Zoals zij het zien, is het. Punt. En daarvoor zetten ze zich in, dag in dag uit. Jarenlang. Vaak levenslang. Ze willen eenieder overtuigen van het nut van groener gaan leven, van verdraagzaamheid tegenover mensen met een andere kleur, van onverdraagzaamheid tegenover mensen met een andere kleur, van een linksere politiek, van een rechtsere politiek, van meer gebruik van het dialect, van minder dialect, van lagere taksen op brandstof, van hogere taksen op brandstof. De zending is hun credo en onderhoudt de stroming van hun bloed. Die mensen zijn missionarissen. Ik hou niet van missionarissen.
Ik ben er een. Of ik het nu wil of niet, een hogere kracht heeft me een zending opgedragen: "Ga, en vertel de mensheid over de schoonheid van het darwinisme, maak hen duidelijk dat elk levend wezen, bacterie, plant, dier, kind, vrouw, man, het resultaat is van een evolutionair proces, zonder hogere krachten! Geniet niet in je eentje van die schoonheid, maar deel het met eenieder die open staat voor intellectuele verrijking en honger heeft naar kennis, kennis die het mensbeeld kan bijschaven en verfijnen." Deze missie is mij in ‘t oor geblazen en zweept me op, tegen de gemakzucht in. "Pak vast die pen, dat klavier, die projector, en schrijf en doceer en spreek over de dingen die je heel je leven op je luie kont hebt mogen studeren. Deel het, deel het man, ju!" En zo geselt die missie mij al jaren.
Ik ben er een. Of ik het nu wil of niet, een hogere kracht heeft me een zending opgedragen: "Ga, en vertel de mensheid over de schoonheid van het darwinisme, maak hen duidelijk dat elk levend wezen, bacterie, plant, dier, kind, vrouw, man, het resultaat is van een evolutionair proces, zonder hogere krachten! Geniet niet in je eentje van die schoonheid, maar deel het met eenieder die open staat voor intellectuele verrijking en honger heeft naar kennis, kennis die het mensbeeld kan bijschaven en verfijnen." Deze missie is mij in ‘t oor geblazen en zweept me op, tegen de gemakzucht in. "Pak vast die pen, dat klavier, die projector, en schrijf en doceer en spreek over de dingen die je heel je leven op je luie kont hebt mogen studeren. Deel het, deel het man, ju!" En zo geselt die missie mij al jaren.

Darwinisme is geen levenshouding, geen religie, geen ideologie. Het is wetenschap.
Weten en begrijpen zijn de mooiste dingen die verstand en intelligentie ons cadeau hebben gedaan. Dat geldt nog het meest voor de darwinistische theorie, ze maakt helder, geeft houvast. Maar soms maakt ze ook bang. Godsdiensten weren deze houvast en vervangen het weten en begrijpen door geloven: je moet geloof hechten aan een dogma, een onverifieerbaar en onaanvechtbaar verhaal, aan een visie die je wordt voorgeschoteld. De inhoud ervan – de wereld is zus of zo ontstaan – is afhankelijk van de godsdienst, er zijn zus-religies en zo-religies. Je mag niet kiezen, je ouders bepalen welke visie je zal aanhangen. En zij kregen het dogma dan weer als dictaat van hun ouders, enzovoort. Breken met een dogma of een geloof wordt ‘afvallig’ genoemd en is onaanvaardbaar, soms levensgevaarlijk.
Religieuze dogma’s maken het leven gemakkelijk maar huisvesten een diepgaand probleem. Ze leggen verklaringen voor over het ontstaan van de wereld en de mens. Het zijn scheppingsverhalen. En wie schepping zegt, zegt uiteraard hogere, onstoffelijke macht. Want wie of wat anders zou die schepping hebben gerealiseerd? Een verklaring van het begin der dingen loopt steeds meteen vast op het beginpunt, hoe kan dat worden uitgelegd? Hoe kan je iets uit niets laten ontstaan? Door een macht te creëren die voor dat beginpunt zorgt.
Het comfort van zo’n visie is dat de oorsprong van die macht niet in vraag moet worden gesteld, zelfs niet mag worden betwist. Ze is dan ook immaterieel, dan kan ze niet gezien worden, vastgepakt en gecheckt. Daar ligt de basis van de religie.
Maar, die luxe wordt flink tegengewerkt door een ongemakkelijk gevoel: je moet aanvaarden dat een onstoffelijke entiteit een energie kan ontwikkelen die materie kan maken en veranderen. Hoe moeten we ons dat voorstellen, als dat mag? Er moet beroep worden gedaan op een wel erg sterk geloof.
Stel nu dat er een ‘weten’, kennis, in het leven wordt geroepen die het ‘geloven’ bedreigt doordat het logica herbergt. Het ongemakkelijke gevoel smelt weg. Dan wordt de kans op afvalligheid groter: aanhangers zouden het weten kunnen verkiezen boven het geloven. Immers, weten is een luxe omdat het glashelder is, het laat niet het wrange gevoel na dat immanent is aan een scheppingsverhaal. Precies binnen dat weten huist het darwinisme, de wetenschap die de oceaan aan eigenaardigheden van levende wezens kristalzuiver helpt te verklaren.
Weten en begrijpen zijn de mooiste dingen die verstand en intelligentie ons cadeau hebben gedaan. Dat geldt nog het meest voor de darwinistische theorie, ze maakt helder, geeft houvast. Maar soms maakt ze ook bang. Godsdiensten weren deze houvast en vervangen het weten en begrijpen door geloven: je moet geloof hechten aan een dogma, een onverifieerbaar en onaanvechtbaar verhaal, aan een visie die je wordt voorgeschoteld. De inhoud ervan – de wereld is zus of zo ontstaan – is afhankelijk van de godsdienst, er zijn zus-religies en zo-religies. Je mag niet kiezen, je ouders bepalen welke visie je zal aanhangen. En zij kregen het dogma dan weer als dictaat van hun ouders, enzovoort. Breken met een dogma of een geloof wordt ‘afvallig’ genoemd en is onaanvaardbaar, soms levensgevaarlijk.
Religieuze dogma’s maken het leven gemakkelijk maar huisvesten een diepgaand probleem. Ze leggen verklaringen voor over het ontstaan van de wereld en de mens. Het zijn scheppingsverhalen. En wie schepping zegt, zegt uiteraard hogere, onstoffelijke macht. Want wie of wat anders zou die schepping hebben gerealiseerd? Een verklaring van het begin der dingen loopt steeds meteen vast op het beginpunt, hoe kan dat worden uitgelegd? Hoe kan je iets uit niets laten ontstaan? Door een macht te creëren die voor dat beginpunt zorgt.
Het comfort van zo’n visie is dat de oorsprong van die macht niet in vraag moet worden gesteld, zelfs niet mag worden betwist. Ze is dan ook immaterieel, dan kan ze niet gezien worden, vastgepakt en gecheckt. Daar ligt de basis van de religie.
Maar, die luxe wordt flink tegengewerkt door een ongemakkelijk gevoel: je moet aanvaarden dat een onstoffelijke entiteit een energie kan ontwikkelen die materie kan maken en veranderen. Hoe moeten we ons dat voorstellen, als dat mag? Er moet beroep worden gedaan op een wel erg sterk geloof.
Stel nu dat er een ‘weten’, kennis, in het leven wordt geroepen die het ‘geloven’ bedreigt doordat het logica herbergt. Het ongemakkelijke gevoel smelt weg. Dan wordt de kans op afvalligheid groter: aanhangers zouden het weten kunnen verkiezen boven het geloven. Immers, weten is een luxe omdat het glashelder is, het laat niet het wrange gevoel na dat immanent is aan een scheppingsverhaal. Precies binnen dat weten huist het darwinisme, de wetenschap die de oceaan aan eigenaardigheden van levende wezens kristalzuiver helpt te verklaren.

De evolutietheorie van Darwin maakt duidelijk hoe het leven is ontstaan, hoe het complexer werd, hoe het een onvoorstelbare diversiteit aan vormen heeft voortgebracht. Hoe wij daar deel van uitmaken. En er is meer dan dat.
We kunnen niet alleen zien hoe de mens in een lang evolutieproces ontstaan is uit veel andere soorten, onze voorouders, maar ook waarom we er uitzien zoals we er uitzien, waarom we deze organen hebben, waarom die zo gestructureerd zijn en zo werken, waarom we ons zus en niet zo gedragen. Net als al die andere miljoenen soorten wezens zijn ook wij in onze ontstaansgeschiedenis aangepast door het proces van natuurlijke selectie. Aangepast om te overleven en voort te planten. Evolutie heeft ons gekneed, geboetseerd, gemodelleerd… tot een wezen dat zich goed kan handhaven in zijn omgeving.
Die omgeving is evenwel niet de huidige. De mens en zijn voorouders hebben gedurende honderdduizenden jaren in omstandigheden geleefd die sterk verschillen van deze van vandaag. Pas zeer recent – hooguit tien-twintigduizend jaar geleden – zijn die omstandigheden door de ontwikkeling van landbouw en steden aanzienlijk gewijzigd. Onze huidige omgeving is niet meer deze waaraan we door evolutie zijn aangepast. Onze genen lopen immers achter. Precies daarin vinden we verklaringen voor ons gedrag, voor vele eigenaardigheden die we enkel kunnen begrijpen door in ons verre verleden te graven, geen historisch maar een biologisch verleden. Een verrijkende wetenschap. Ze geeft een goed en voldaan gevoel. Het is heerlijk om de dingen – zeker over onszelf – te begrijpen, eerder dan een vaag, onlogisch dogma van een schepping te moeten aanvaarden.
Dat plezier wil ik delen.
Mark Nelissen
We kunnen niet alleen zien hoe de mens in een lang evolutieproces ontstaan is uit veel andere soorten, onze voorouders, maar ook waarom we er uitzien zoals we er uitzien, waarom we deze organen hebben, waarom die zo gestructureerd zijn en zo werken, waarom we ons zus en niet zo gedragen. Net als al die andere miljoenen soorten wezens zijn ook wij in onze ontstaansgeschiedenis aangepast door het proces van natuurlijke selectie. Aangepast om te overleven en voort te planten. Evolutie heeft ons gekneed, geboetseerd, gemodelleerd… tot een wezen dat zich goed kan handhaven in zijn omgeving.
Die omgeving is evenwel niet de huidige. De mens en zijn voorouders hebben gedurende honderdduizenden jaren in omstandigheden geleefd die sterk verschillen van deze van vandaag. Pas zeer recent – hooguit tien-twintigduizend jaar geleden – zijn die omstandigheden door de ontwikkeling van landbouw en steden aanzienlijk gewijzigd. Onze huidige omgeving is niet meer deze waaraan we door evolutie zijn aangepast. Onze genen lopen immers achter. Precies daarin vinden we verklaringen voor ons gedrag, voor vele eigenaardigheden die we enkel kunnen begrijpen door in ons verre verleden te graven, geen historisch maar een biologisch verleden. Een verrijkende wetenschap. Ze geeft een goed en voldaan gevoel. Het is heerlijk om de dingen – zeker over onszelf – te begrijpen, eerder dan een vaag, onlogisch dogma van een schepping te moeten aanvaarden.
Dat plezier wil ik delen.
Mark Nelissen